Handhaven van de gevestigde orde

Als we naar de politiek kijken, zien we dat alle partijen het beleid van de regenten en elites uitvoeren. Hun belangrijkste doel is om de huidige status quo en gevestigde orde in stand te houden, ondanks het feit dat ze zichzelf progressief noemen. Een voorbeeld hiervan is Hendrikus Colijn, een politicus uit de jaren 30 die bekend stond om zijn onverzettelijkheid. Colijn wilde de goudstandaard handhaven, en bezuinigde daarom zoveel op de bevolking dat er in 1934 een oproer uitbrak, bekend als het Jordaan Oproer. Dit oproer werd met geweld neergeslagen, met veel doden en gewonden tot gevolg.
Enkele jaren later werd de goudstandaard afgeschaft en werd fiatgeld ingevoerd. Maar nu zien we dat er weer geprobeerd wordt om het oude beleid in stand te houden. Men wil het arbeidsethos blijven handhaven, ondanks het feit dat dit niet haalbaar is in een sterk geautomatiseerde maatschappij waarbij veel werk naar lage lonenlanden is geëxporteerd. Een voorbeeld hiervan is de Cohort Aanpak, waarbij alle bijstandsgerechtigden worden gedwongen om “werk” te doen, ook als ze ziek zijn.
Het lijkt erop dat de beleidsmakers hierbij niet letten op de gevolgen voor de individuen, omdat hun enige doel is om de gevestigde orde in stand te houden. Maar waarom blijven politieke partijen dit soort beleid uitvoeren, terwijl het duidelijk is dat het niet werkt? Misschien is het omdat ze bang zijn om te veranderen en onbekende terreinen te betreden. Of misschien is het omdat ze denken dat dit het enige is wat werkt, ook al is dat niet zo.
Hoe dan ook, het is duidelijk dat er iets moet veranderen als we een echt progressieve maatschappij willen creëren. We moeten durven om buiten de gevestigde orde te treden en nieuwe ideeën en beleid te onderzoeken. Alleen op deze manier kunnen we echt vooruitgang boeken.
Tekst: Ron Smit