PLEIDOOI VOOR EEN NIEUW SOCIAAL-FISCAAL STELSEL MET BASISINKOMEN
Drie weken geleden ontving ik een mail met een conceptrapport van een lid (en initiatiefnemer) van een projectgroep van Volt met een voorstel voor een nieuw sociaal-fiscaal stelsel met een basisinkomen. Deze mail ontving ik naar aanleiding van onze brief aan Minister-President Schoof over de instelling van een Staatscommissie Basisinkomen. In de mail kwam ook ter sprake de wens om een gesprek met de PPvB te gaan voeren omtrent het thema basisinkomen. Het rapport van Volt draagt de titel “Eenvoud en Zekerheid” en is een voorstel aan de leiding van die partij. Met veel enthousiasme en nieuwsgierigheid begon ik aan het lezen van het vierenvijftig pagina’s tellende document. Onderstaand verwoord ik mijn bevindingen die ik graag met jullie deel. Onderaan dit bericht is het volledige conceptrapport te lezen.
HERKENBAAR VERHAAL
In hoofdstukken twee, drie en vier van het rapport worden de manco’s aan het huidige stelsel belicht, een nieuw sociaal-fiscaal stelsel geschetst met een basisinkomen, komt de financierbaarheid aan de orde en wordt ingegaan op de effecten van het voorgestelde stelsel. In deze hoofdstukken heb ik veel – zeg maar heel veel – kunnen herkennen in hetgeen wij als partij PPvB voorstaan met het basisinkomen.
HOOGTE VAN HET BASISINKOMEN
In het rapport wordt voorgesteld de zorgtoeslag op te nemen in het basisinkomen (omdat dit op bijstandsniveau een vast bedrag is). Voor mij een nieuwe gedachte die ik ga overdenken en zonodig mee nemen in het basisinkomen dat de PPvB voorstaat. Ook heel sterk vind ik de redenering in het rapport dat de de inkomens moeten omhoog moeten. Ik citeer: “lukt het niet via de lonen dan moet het via de overheid komen via een generieke maatregel – die van het basisinkomen- als onderdeel van een nieuw belastingstelsel.”
In hoeverre het basisinkomenbedrag daarmee het naar de 1400 Euro maandelijks zou moeten stijgen (hoger dan de 1250 Euro door onze partij en anderen genoemd), laat ik nog even terzijde. Mogelijk zou ook een bedrag van Euro 100 meer kunnen volstaan.
De wat lagere bedragen basisinkomen voor jongeren lopen bij ons wat langer door, vanaf 18 tot aan het 25ste jaar. Bij de projectgroep van Volt van 18 – 21 jaar. Vooralsnog zou ik onze periode van 7 jaar willen handhaven ook omdat het algemene begrip “jongeren” hierbij aansluit.
AOW INDIVIDUEEL!
Minder begrijp ik waarom in de voorstellen van Volt de AOW vooralsnog gewoon zou moeten worden gehandhaafd in de huidige vorm. Waarom de AOW niet meteen opnemen in het nieuwe stelsel (als een basisinkomen voor ouderen), vroeg ik mij af. Wel dan met de wijziging dat de AOW net als het basisinkomen uitgekeerd wordt op individuele basis, dus geen onderscheid meer tussen alleenstaande en samenwonenden AOW-ers. De nieuwe AOW is in de optiek van de PPvB op individuele grondslag en qua uitvoering en hoogte van de bedragen identiek aan die van het basisinkomen, zodat er geen inkomensval ontstaat voor samenwonenden die de AOW leeftijd bereiken. Een mogelijke overweging bij de Volt is wellicht om niet alles tegelijk te willen doen.
NEVENVOORDELEN VAN EEN BASISINKOMEN
Wat betreft de (vermelde en bekende) nevenvoordelen van een stelsel op basis van een basisinkomen die in paragraaf 4.5 aan de orde komt denk ik nog aan het volgende: Het individuele, onvoorwaardelijke basisinkomen stelt burgers ook in staat samen meer coöperatieve initiatieven te ondernemen. Ik denk hierbij aan projecten op gebieden als energietransitie, klimaat, woning-, land- en tuinbouw. Het basisinkomen verschaft cashgeld dat gebruikt kan worden door burgers gedeeltes daarvan bij elkaar te leggen voor projecten op dit vlak. Denk aan in eigen beheer door groepen burgers oprichten van coöperatieve stichtingen om woningbouw te realiseren voor de leden van zo’n groep. Idem voor projecten die het installeren van warmtepompen voor een groep van woningen mogelijk maken. Op dezelfde manier het realiseren van energie-neutralere voorzieningen in de land- en tuinbouw zoals her en der nu al plaatsvinden in ons land.
AARZELINGEN BIJ VOORSTELLEN VAN INVOERING
Mijn grote aarzeling betreft het eind van het rapport. Het slotwoord (hoofdstuk 5) begint met de moedige uitspraak over de conclusie van de Staatscommissie Sociaal Minimum over de afwijzing van het basisinkomen als de ultieme variant van een eenvoudig en begrijpelijk alternatief voor de bijstand. De projectgroep noemt deze afwijzing “niet alleen voorbarig, maar ook onwetenschappelijk”. Het gaat daarbij om de redenering dat de commissie een dergelijk stelsel op voorhand onbetaalbaar acht. Mede om die reden vindt de Volt projectgroep het van groot belang dat het voorgestelde stelsel door het CPB moet worden doorgerekend. Okay en prima! Maar bij de slotzin “Afhankelijk van de uitkomst kan een vervolgstap worden gezet, die leidt naar een aangepast plan en/of naar een pilot die antwoord kan geven op resterende vragen zoals die over het effect op arbeidsparticipatie”, krijg ik het ongemakkelijk en haak ik helemaal af. Met het effect op arbeidsparticipatie wordt bedoeld of het basisinkomen leidt (zoals criticasters vaak beweren) tot verminderde deelname aan de arbeidsmarkt. In de voorgaande hoofdstukken is uiterst secuur en tot in detail uitgeschreven hoe het nieuwe stelsel er gaat uitzien en handen en voeten kan krijgen inclusief financiële onderbouwing. Dat mis ik in de beschrijving van de pilot. Ik zou zeggen voer dit nieuwe stelsel in en begin direct bij de start met een evaluatietraject. Niet alleen met het oog op arbeidsparticipatie maar ook alle andere effecten die een dergelijk stelsel hebben. Punt uit, klaar!
Paragraaf 6.3 (bijlage, pagina 48) gaat over de inhoud van dit pilotproject. Deze pilot wordt min of meer uit het niets naar voren gehaald. Een pilot die zich over een periode van zes jaren moet uitstrekken en tot en met de Europese Commissie reikt. Ik zie eindeloos gedelibereer ontstaan over de inhoud van de pilot met als eind van het liedje een dode letter en stilte voor het basisinkomen. Ik heb als voorzitter van de Politieke Partij voor Basisinkomen nog geen reactie mogen ontvangen van MP Schoof op het voorstel om een Staatscommissie Basisinkomen in te stellen. Mijn gevoel zegt dat dat meer oplevert dan een pilot dat zich sec richt op arbeidsparticipatie.
VERDER AAN DE SLAG
Nogmaals mijn complimenten aan de projectgroep, nu nog de complimenten van de politieke leiding van Volt en dat die leiding het voorstel in de top van haar programma opneemt en niet zoals de grote samenwerkingspartij GroenLinks PvdA, maar ook D66, haar werkgroepen jarenlang laat zwoegen over het basisinkomen maar de voorstellen en adviezen ervan steeds in een la doen verdwijnen. Sterkte en succes toegewenst aan de projectgroep!
Onderstaand is het rapport te lezen. Wij zien ook uw reactie, commentaar en andere gedachten tegemoet!
Eric Binsbergen, 27 augustus 2024
VOORZITTER PPvB