TERUG NAAR HET FUNDAMENT VAN HET BASISINKOMEN
Op 14 september 2024 organiseerde de Vereniging Basisinkomen in de Keizersgrachtkerk (Amsterdam) een debat over twee modellen van het basisinkomen. Het ene model: het individueel basisinkomen, het tweede model: een hybride basisinkomen met wooncomponent. Emiel Althuis (D66) verdedigde het hybride model. Eric Binsbergen (Politieke Partij voor Basisinkomen) verdedigde het individuele model. In deze column blik ik terug op het debat en de lessons learned.
GEEN VERTROEBELING
Ik ben in mijn introductie maar gelijk met de deur in huis gevallen en de zaal gevraagd de variant van een onvoorwaardelijke individuele basisinkomen volmondig te omarmen. Dit vanwege de eenvoud, duidelijkheid en gebruikmakend van één enkel niet-fraude gevoelig criterium namelijk de leeftijd van een individu. Een basisinkomen met wooncomponent of welke andere component dan ook vertroebelt die helderheid en ondermijnt de onvoorwaardelijkheid van het basisinkomen. Emiel Althuis verdedigde zijn variant met het argument van totale kosten: de individuele variant komt veel hoger uit dan de hybride variant met wooncomponent en is daarmee volgens hem voor de politiek geen begaanbaar pad.
HET BASISINKOMEN IS MEER DAN EEN BEDRAG
Wat ik vooral geleerd heb van het debat, dat wij elkaar in het discours over modellen en bedragen langdurig bestoken over geld, tekorten in geld, posten waar misschien wel geld op ons ligt te wachten etc. etc. Primair moet de eenvoud en begrijpelijkheid van het individuele, onvoorwaardelijke van het basisinkomen benadrukt en overeind gehouden worden. Het basisinkomen is het fundament van een nieuw stelsel basiszekerheid dat bestendigheid draagt voor de toekomst. Het oude stelsel met toeslagen en vele regelingen functioneert niet. Herstelwerkzaamheden en lapwerk gaan niet helpen.
Het is van groot belang te benoemen dat het basisinkomen meer is dan alleen een verhaal over geld. Het basisinkomen geeft rust bij burgers, tijd en ruimte om na te denken en te kiezen voor een passende invulling van zijn/haar leven – persoonlijk en met anderen. Een leven waarbij de overheid minder controle, formulieren en personeel inzet om bestaanszekerheid voor elkaar te krijgen.
FISCALE AANPASSINGEN
Wat mij ook nog duidelijker is geworden door het debat is dat het basisinkomen, behalve een ingrijpen in ons huidige sociale stelsel, ook de fiscaliteit moet betreffen. Het zojuist uitgekomen rapport van een projectgroep van VOLT met een goed doortimmerd en uitgewerkt voorstel is hier een voorbeeld van. Titel van het rapport: Eenvoud en zekerheid, een nieuw sociaal-fiscaal stelsel met basisinkomen. Het basisinkomen voor volwassenen bij Volt komt uit op €1400 per maand, een stevig basisinkomen zou ik zeggen. Door met de schijven inkomstenbelasting te schuiven veranderen de rekensommen ingrijpend. Het tekort bij het Voltrapport komt uit op rond de €10 miljard, overzienbaar zeker als gekeken wordt naar posten als de erfbelasting zoals Arjan Lubach excellent uit de doeken deed in zijn Avondshow van donderdag van 5 september j.l.
KUNST EN CULTUUR IN DE DISCUSSIE OVER HET BASISINKOMEN
Tot zover mijn terugblik op het debat. Laat ik vooral niet vergeten de inbreng van Brigitte Scheepsma te vermelden. Zij brak vooral een lans voor inbreng van kunst en cultuur in onze discussie over het basisinkomen. Het belang van deze disciplines om de verbeelding uit te drukken, de beleving en perspectief van het basisinkomen vorm te geven. De cultuur- en kunstsectorbeoefenaars worden financieel zelf natuurlijk enorm geholpen met een onvoorwaardelijk basisinkomen, maar onderschat ook niet waarmee zij ons met hun producten kunnen verrassen.
Onderstaand is mijn tekst die ik voorbereid had voor – maar niet volledig heb uit kunnen spreken – op het debat.
Eric Binsbergen, 22 september 2024
Voorzitter PPvB