In recentelijke peilingen (2023,UvA/AIAS-HSI) is het draagvlak van het idee van een basisinkomen in Nederland sterk gestegen. Een meerderheid van ondervraagden (54%) is voorstander van een basisinkomen (in 2019 was dit nog 36%). Het nieuwe kabinet Schoof heeft het basisinkomen (nog) niet omarmd.

Rekenaars en denkers onder de voorvechters van het basisinkomen hebben recentelijk onder de vlag van de landelijke Vereniging Basisinkomen belangrijk werk verricht in het uitwerken van varianten en de financiering van de invoering van een basisinkomen. Daarbij zijn onder de voorstanders twee stromingen te onderkennen. De ene groep staat een strikt individueel basisinkomen voor, de tweede groep pleit voor rekening te houden met de vorm van het huishouden, de zogeheten wooncomponent. De vereniging Basisinkomen organiseert in september een debat over de voors en tegens van beide varianten. Wat is beter? Een individueel basisinkomen van 1250 Euro of een hybride variant met een basisinkomen van 850 Euro en een wooncomponent van 850 Euro per woning. De kosten voor de overheid zijn even hoog.

In het debat gaan Emiel Althuis (leider D66 werkgroep Deel de Welvaart) en Eric Binsbergen (voorzitter Politieke Partij voor Basisinkomen) met elkaar en met de aanwezigen in discussie over deze varianten. De moderator van dit debat is Vincent van Zutphen (journalist).